CSU Innovatie Boost 2023: hét facility event voor innovatie & inspiratie

Na het succes van de afgelopen edities van de online CSU Innovatie Boost, gidsen we je opnieuw een week lang online door het snel veranderende facilitaire werkveld. Schrijf je gratis in voor de online sessies waar jij meer over wil weten!

Met welke slimme oplossingen ben jij geholpen om een veilige, duurzame én leuke werkomgeving te creëren? En wat zijn de duurzame impactmakers en de FM trends van 2023? Dit alles komt aan bod tijdens de CSU Innovatie Boost van 6 tot en met 10 februari 2023. Mis het niet en laat je inspireren tijdens hét online facility event voor innovatieve, eigentijdse oplossingen en inzichten.

Wil je meer weten over het programma en aanmelden? Ga naar de website.

 

 

Ik geef de pen door “Het is weer die tijd van het jaar ….”

Je kent het vast wel… regelmatig druppelen de prijsverhogingen binnen. Normaal gezien ergens in de buurt van onze ‘eigen’ NZA normering. Afhankelijk van het contract soms CBS, soms NZI of soms de index die de leverancier voorstelt. Normaal gezien… maar tegenwoordig lijkt niets meer normaal. Stijgingen van 15% zijn geen uitzondering. Door de oorlog, de energieprijzen of een dwarsliggend schip ergens ver weg.

Lastige gesprekken met leveranciers. Die het soms wel, maar soms ook niet goed kunnen onderbouwen. Een onderbuikgevoel dat dan zegt dat iemand mee wil liften op de alom vertegenwoordigde chaos die inmiddels normaal voelt.

Lastige gesprekken waarbij de relatie onder druk komt te staan. We waren toch immers partners? En waarom laten we dat niet zien in economisch zware tijden?

Lastige gesprekken omdat er van ‘bovenaf’ vooral gepusht wordt op financiële resultaten waarbij de relatie ondergeschikt wordt gemaakt.

Lastige gesprekken dus volgend jaar, als we weer aanspraak willen doen op dezelfde relatie. Maar is die er nog wel? Hoe mag je dat verwachten? Hoe werkt dat in je eigen relaties met je partner, familie en vrienden?

In tijden van overvloed is het makkelijk praten over partnership, maar als het moeilijk wordt worden de gesprekken ook moeilijk. En juist dan zijn ze nodig.

Dit constateerden we onlangs op een bestuursvergadering waar ook de “Facilitaire Raad’ bij aanwezig was: enkele bedrijfsleden. Dit onderwerp kwam ter sprake en we namen ter plekke het besluit dat we hier iets mee willen. Hoe dat ‘iets’ er uit ziet, daar zijn we nog niet uit maar we zien wel de behoefte om hier samen over in gesprek te gaan. Om de gesprekken wat minder lastig te maken, om de relatie ondanks alles prettig te houden. In goede, maar zeker ook in minder goede tijd.

We denken nu aan regiobijeenkomsten per sector, om samen een diepe duik te kunnen maken in de eigen praktijk. Doe je mee?

 

Judit Delnoij, bestuursid FMG, werkt bij Severinus en geeft de pen door aan Glenn Timmer.

Een duurzame toekomst in de zorg. Green Deal 3.0

 

Op 4 november jl. tekenden ministers Ernst Kuipers (VWS) en Mark Harbers (Infrastructuur en Waterstaat) de Green Deal Duurzame Zorg 3.0.

In de Green Deal staan afspraken over o.a.gezondheidsbevordering, minder verbruik van primaire grondstoffen en vermindering van de milieubelasting van medicatie(gebruik).

Meer over de Green deal vind je hier.

 

Ik geef de pen door: “Het is tijd om de handen ineen te slaan.”

 

Clustering van ouderen met zorg houdt de fragmentatie van woningen in dorpen en steden in stand en draagt niet bij aan de ontstane zorgkloof, stelt Henry Smeets, manager Facilitaire Zaken bij Land van Horne in de regio Weert.

De zorgkloof

Het is een feit dat we door de vergrijzing onze woonwijken in toenemende mate gaan delen met zorgbehoevenden. Nog niet eens zo lang geleden woonden ouderen in een verzorgingshuis. Nu wonen ze zo lang mogelijk zelfstandig in een gewone woonwijk waar men in de loop der jaren een sociaal netwerk heeft opgebouwd. Een goede ontwikkeling, omdat mensen gehecht zijn aan hun vertrouwde woonplek en samen met de partner nog zo lang mogelijk kunnen genieten van het leven.

Het is van belang dat mensen goed en vitaal ouder kunnen worden en actief en betrokken kunnen blijven. Senioren leveren een grote maatschappelijke bijdrage als vrijwilliger, mantelzorger en kinderoppas en vormen een onmisbare schakel in de samenleving. Naar verwachting zal de komende twintig jaar het aantal 80-plussers in Nederland stijgen van 800.000 naar twee miljoen en het aantal dementiepatiënten van 270.000 nu tot een half miljoen.
Het Sociaal en Cultureel Planbureau waarschuwde enkele jaren geleden al dat al deze mensen zo lang mogelijk zelfstandig laten wonen een enorme druk op mantelzorgers en professionele zorg zou gaan leggen. Op dit moment werkt 1 op de 7 werkenden in Nederland in de zorg. Met de vergrijzing neemt het aantal werkenden in de zorg af naar 1 op de 4, hetgeen impliceert, dat we op de huidige manier niet kunnen doorgaan.

Nieuwe woon(zorg)concepten

Smeets: in mijn werk bij Land van Horne ben ik o.a. verantwoordelijk voor het vastgoed. We bieden in 17 locaties zorg en huisvesting aan ouderen. Ik denk vanwege het groeiend aantal 80-plussers, die steeds meer vereenzamen, in combinatie met het toenemend personeelstekort, dat er een transitie moet plaatsvinden van institutionele verpleeghuiszorg naar wonen in de samenleving. Er is behoefte aan veilige, kleinschalige, geclusterde woonvormen, midden in de wijk waar ouderen nu wonen. Woonvormen waarin jong en oud kriskras door elkaar woont, met aandacht voor groen en zodanig ingericht, dat men elkaar bewust of spontaan ontmoet en naar elkaar omkijkt.

Met zo’n woonconcept streven we naar een vitale leefgemeenschap voor mensen die bewust kiezen voor een dorpsgerichte gemeenschap, die ouderen behoud van hun zelfstandigheid biedt en waarin echtparen kunnen blijven samenwonen.

Land van Horne is met het nieuwe huisvestingsbeleid een nieuwe weg ingeslagen die nog beter inspeelt op deze ontwikkeling. We anticiperen niet alleen op de groei aan thuiszorg, maar zorgen ook door middel van het realiseren van kleinschalige woonvormen, dat als ouderen inboeten op hun zelfredzaamheid toch “in de wijk” kunnen blijven wonen. Daarnaast proberen we bestaande voorzieningen zoals een buurtwinkel, horeca, kapper et cetera in het nieuwe concept te integreren, maar doen we ook een beroep op het uitwisselen van talenten bij de bewoners onderling.

Wonen binnen een community

We richten het concept zo in, dat de inwoners elkaar op uiteenlopende plekken tegenkomen, vaak ook terloops, zonder op zoek te zijn naar ontmoetingen. Anderzijds weten we ook dat meer sociaal contact niet altijd wenselijk is. We zoeken naar een balans tussen gemeenschap en autonomie, bemoeien en loslaten.
Om deze vorm van samenlevingsopbouw te realiseren gaan we samen met gemeenten, woningcorporaties en andere partijen als “community organizers” aan de slag om een brug te slaan tussen zorg- en welzijn professionals, bewoners, en lokale partijen of individuen die iets voor elkaar kunnen betekenen binnen dit nieuwe concept.
Smeets: een wijk met alleen maar losse draden kent geen wijkweefsel. Organisaties en bewoners staan dan geïsoleerd ten opzichte van elkaar en verzwakken elkaar eerder dan dat ze elkaar versterken. Met behulp van het geformeerde kernteam kunnen we samen mét de bestaande bewoners en aanwezige voorzieningen in de wijk een prachtig “dorpje” realiseren, waar we niet meer praten over doelgroepen maar over inwoners. Daarbij ook met elkaar wetende dat we niet alle vraagstukken des levens zomaar kunnen oplossen, een deel zullen we ook moeten accepteren, maar dit soort concepten kunnen we niet meer alleen realiseren; het is tijd om de handen ineen te slaan om de vraagstukken en het realiseren van een samenlevingsopbouw voor onze (kwetsbare) ouderen samen op te pakken.

Henry Smeets, Land van Horne geeft de pen door een Judit Delnoij.

 

 

Illustratie boven dit artikel komt uit magazine Programma Langer Thuis ministerie van VWS november 2020

 

 

 

 

Facilitair Verduur-Samen: werk aan de winkel in de zorgsector!

“Weet je dat de zorgsector in Nederland net zo vervuilend is als de luchtvaart? De zorgsector produceert zo’n 7,6 miljard kilo CO2 per jaar. Van handschoenen tot plastic verpakkingen, dit afval wordt allemaal verbrand. De zorgsector zorgt zo voor 7% van alle uitstoot in Nederland. Daar moeten we wat aan doen!” Deze boodschap in het filmpje De Groene IC van Diederik Gommers (Erasmus) en Iwan Meynaars (NVIC) is een confronterende en verhelderende start van het FMG-seminar ‘Facilitair Verduur-Samen’ in Sportcentrum Papendal op 11 oktober. In het hart van de Nederlandse topsport waar dagelijks 400 topsporters hun krachten inzetten, werden de 60 seminardeelnemers uit de zorgsector uitgedaagd om hun krachten in te zetten. Want… er is werk aan de winkel.

 “Een duurzame toekomst begint vandaag. Laten we samen de toekomst vormgeven.” De missie van gastheer en hygiënespecialist CWS Nederland sluit perfect aan op de CO2-cijfers van de zorgsector en het thema van het FMG-seminar ‘Facilitair Verduur-Samen’. Vier sprekers – onder leiding van dagvoorzitter en voorzitter van FMGezondheidszorg Suzanne Walsteijn – gaven buitengewoon inspirerende, verhelderende en verrassende inzichten: duurzaam sanitaire ruimtes inrichten, duurzaam sanitaire ruimtes verbouwen, duurzame geuren produceren en beleven, en verduurzamen in de zorg onderzoeken.

Van gezondheidsparadox naar -kans

CWS is een systeemleverancier in gezondheid, veiligheid en bescherming, Johan van Engelen is key accountmanager corporate sales voor een van de zes onderdelen van CWS, Hygiene. Dat CWS actief is, is duidelijk: in 16 landen in Europa worden jaarlijks 186 miljoen kledingstukken en handdoekrollen gewassen. Dat er geen ‘planet B’ is, weten we; Johan neemt ons mee in de huidige situatie van klimaatverandering, waarbij de zeespiegel met 1,04 meter stijgt en Amsterdam een ‘drowing city’ is. En de Gezondheidsraad stelt dat “de zorgsector veel te veel verduurzamingskansen laat liggen”.

“Je ligt in een ziekenhuis om beter te worden. De paradox zit ‘m in de cirkel van CO2-uitstoot, die leidt tot klimaatverandering, waardoor mensen ziek worden en de vraag naar gezondheidszorg toeneemt. Door de CO2-uitstoot te verlagen, krijgt de cirkel een positieve wending: de klimaatveranderingen wordt beperkt, wat leidt tot een lagere ziektelast en een klimaatbestendige zorg”, legt Johan uit. Johan stelt de deelnemers vragen: is de huidige carbon footprint van uw organisatie bekend? Johan vertelt over hetgeen CWS aan duurzame initiatieven onderneemt, hoe je duurzaam kunt inkopen – wat hoge boetes kan besparen als je de wetgeving niet opvolgt – en het stigmatiserende beeld dat de gezondheidszorg heeft over het katoenen of badstoffen handdoekje aan de muur. Met een katoenen handdoekautomaat, zeepdispenser en waterbesparende sensor- en mengkranen kunnen duurzame stappen worden gezet qua inrichting van sanitair.

Duurzaam verbouwen

Tijmen Boogers van Sanimood neemt ons mee in het duurzaam verbouwen van sanitaire ruimtes. “Onze eerste klant was Eindhoven Airport in 2015.” Met de opdracht om waterbesparende urinoirs in te zetten, een hufterproof toiletinrichting en ander materiaalgebruik met minder CO2-uitstoot ging Tijmen aan de slag. Veel gesprekken en ontdekken leidden voor Sanimood tot een mooie look, innovaties, duurzame en tegelloze wanden, gerecyclede materialen en gemakkelijker schoonmaakonderhoud.

“Via een reclamebureau kwamen we tot de folies op de achterwand met diverse toplagen, waaronder een antibacteriële toplaag.” Ook de waterbesparing lukte door van 10 naar 3 liter per spoeling te gaan. “Jaarlijks bezoeken 2,5 miljoen mensen Eindhoven Airport, wat een behoorlijke besparing oplevert.” Dat de zorg net als de luchtvaart voor 7% van de totale CO2-uitstoot zorgt, weten we inmiddels, maar dat de bouw 40% produceert, liet Tijmen de seminardeelnemers ook weten. De oplossing? Steen- en stucwerk kosten heel veel arbeidsuren. Door het ontwerp en de prefabricage kost het minder tijd en transport, wat de verbouwing gemakkelijker en sneller maakt. Zijn tips: laat je traditionele uitvraag los, zet in op een andere aanpak, denk vooraf na samen met schoonmaak- of facilitaire diensten en ga voor duurzaam verbouwen.”

Beleving is belangrijk

“Een win-win-win creëren”, concludeert Willem Woudenberg van de ambitieuze Sense Company. “We willen 5 miljoen mensen een duurzame, gelukkige en positieve geurbeleving bezorgen, ‘spreading unexpected smiles’; we bereiken al 1,2 miljoen mensen.” Hoe het team vanuit Tilburg die ‘smiles’ bezorgen? “Door geurbeleving, geurmarketing en met doelen en effecten, bijvoorbeeld van de ruimte, omgeving, bezoekers en medewerkers.”

Achter de schermen zet Sense in op duurzaamheid met elektrische auto’s, zonnepanelen én inkoop van geurproducten: “De levensduur, cosmos gecertificeerde, natuurlijke geuren en EcoVadis-certificering.” Voor de schermen gaan geurbeleving en duurzaamheid ook hand in hand”, illustreert Willem met diverse voorbeelden: “Je kunt insecten wegsturen door een bepaalde geur in te zetten, waardoor insectenbestrijding met overlast, menselijke inzet en chemische middelen overbodig worden.” De intelligente geurmachines van Sense worden vanuit Tilburg gemonitord. “We bekijken online 200.000 machines wereldwijd. Daardoor is op de luchthaven Schiphol slechts één persoon per 3 a 4 maanden nodig voor onderhoud en onze pomp functioneert 10 jaar. Dus dagelijks onderhoud en een jaarlijkse pompvervanging zijn niet nodig.”

Duurzaamheid creëren is de missie van Sense: “We maken medewerkers blij op hun werkplek, we zorgen voor een fijne beleving van de bezoeker, we verspillen geen overbodig verbruik door de inzet van onze intelligente geurmachines en brengen mensen in een zorginstelling rust en kalmte. We prikkelen zintuigen op een positieve manier.”

Onafhankelijke onderzoeken

Het kwartet sprekers van Facilitair Verduur-Samen sluit af met het Expertisecentrum Verduurzaming Zorg (EVZ) van TNO. Onder regie van Green Deal Duurzame Zorg is EVZ opgericht om het stapsgewijze klimaatdoel 100% CO2-reductie in 2050 te halen. EVZ deelt informatie, tools en goede voorbeelden, en ondersteunt het werken aan de routekaarten. Bijvoorbeeld: wanneer realiseren zorginstellingen welke verduurzamingsmaatregelen?

Karin Kompatscher neemt de seminardeelnemers mee naar EVZ, zoals de Zorgduurzaamkaart, die de verduurzaming van zorgvastgoed in beeld brengt met tvw’s (transitievisie warmte), aardgasvrije wijken en warmtenetwerken. Ook over de portefeuilleroutekaart en kennisagenda voor care & cure vertelt Karin met als peilers bevochtiging, binnenklimaatrichtlijn ouderenzorg en warmtapwater. Met TNO als basis is het logisch dat resultaten van de analyses van portefeuilleroutekaarten gebaseerd zijn op onafhankelijk onderzoek in care en cure qua vastgoed, vierkante meters, elektraverbruik en andere energiebesparende maatregelen. Cure ‘wint’ het met 10% boven cure qua reductie CO2-emissie: 57% versus 47%.

Ter afsluiting geeft Karin nog twee voorbeelden van BovenIJ ziekenhuis, met maatregel en onderzoek naar warmte- en koudedistributiesysteem, en ’s Heeren Loo die de primeur heeft voor de realisatie van energieneutrale zorgwoningen. Kortom, voldoende informatie om de uitdaging aan te gaan om als zorgorganisatie de CO2-emissie op orde te krijgen.

Met dank aan
Het seminar Facilitair Verduur-Samen was inspirerend en verrassend, divers en inzichtelijk. Presentaties, ervaringen, best practices, onderzoeken, netwerken en elkaar inspireren creëerden een beeld hoe een betere samenwerking kan leiden tot mooie uitkomsten. Met dank aan Johan van Engelen van CWS, Tijmen Boogers van SanimoodWillem Woudenberg van Sense, Karin Kompatscher, PhD van TNO/Expertisecentrum Verduurzaming Zorg, dagvoorzitter en FMG-voorzitter Suzanne Walsteijn, bestuursleden Astrid Graal FMGezondheidszorg en Tomas van Duijnhoven, die deze dag organiseerden..

______________________________________________________________

 

Wat doet FMGezondheidszorg?
Als beroepsvereniging voor facilitaire professionals in de zorg is ons motto: Kennis maken is kennis delen en kennis delen is kennis maken!’ We richten ons dan ook op het vergroten van kennis op het gebied van Facilitaire Dienstverlening in de zorg. Hiervoor verzamelen, ontwikkelen en delen we kennis op een toegankelijke en aantrekkelijk manier: zowel de inhoud als de vorm heeft onze aandacht. Daarbij is er altijd ruimte om onderling de verbinding te zoeken. Want door elkaar op een informele manier te ontmoeten, groeit je netwerk gestaag. Altijd fijn om op terug te vallen bij vragen of uitdagingen in het vak!